In februari 2021 gingen we samen met Ana van Twinkel Twinkel aan de slag met slaaptraining. Na bijna twee en een half jaar op een minimum aan slaap was de reserve hier al lang opgebruikt en was het tijd voor verbetering. Voor ieders welzijn. Maar hoe gaan die nachten nu?

Niet de beste slaper

Oscar was de eerste maanden na zijn geboorte een rustige baby. Hij had veel nood aan lichaamscontact en dat kreeg hij ook. Uren heb ik hem gedragen en deden we dutjes met hem op de buik. ’s Nachts moest hij van geen cosleeper weten en bracht hij de nachten door bij ons in bed en aan mijn borst. Naast wervelwind Mona was Oscar een zeebriesje. Toen. Daar ben ik later wel op terug gekomen.

Het zou wel beteren

Oscar was geen goede slaper. Bij de overgang van borst- naar flesvoeding op ongeveer zeven maanden was ik ervan overtuigd dat hij beter zou gaan slapen. Ik had het mis.

Frustratie, dacht ik. Eens hij kan stappen zal hij ook wel beter slapen. Ik had het mis.

Als hij een jaar wordt zal hij wel beter slapen. Ik had het mis.

Tegen Kerstmis zou hij wel…. Ik had het altijd mis.

Ondanks mijn mijlpalen en wandhopig geloof werd het stilaan pure wanhoop. En het is niet zo dat we niets probeerden. Een groter bedje, een kleiner bedje, een open bedje. Het bed draaien naar zowat elke windrichting. Bezoekjes aan de osteopaat en de kinderarts. Bed bij op onze kamer, bed bij op de kamer van zus. Een steen op zijn kamer om hem beter te laten slapen. Lavendelolie, kalmerende bodylotion. Na een bezoek aan de slaapkliniek in het UZA zijn we gestart met melatonine maar ook dat had geen effect. Slaaptraining hadden we tot dan afgehouden.

2,5 jaar op een minimum aan slaap

Toen Oscar 2,5 werd sliep hij nog steeds niet door. En dat doorslapen was trouwens al lang geen vereiste meer. Gewoon, een beetje beter slapen was eigenlijk al goed genoeg. Nog steeds sliepen we gemiddeld vier uur per nacht. Alles samen geteld. En ik ga je vertellen, dat is moordend. Een mens met zo een fundamenteel slaaptekort functioneert niet meer naar behoren.

In februari startte we onder begeleiding van Ana van Twinkel Twinkel met slaaptraining. Hoe dat verliep vertelde ik hier en hier al uitgebreid. Maar ondertussen zijn we toch al een goed half jaar verder en is het misschien eens tijd voor een update.

Hoe gaan die nachten nu?

Ik heb het lang niet zwart op wit willen neerschrijven, uit angst om het te jinxen. Wanneer het op slaap van Oscar aankomt neem ik geen risico’s meer, ik tart het lot niet.

Maar acht maanden na de start van slaaptraining met de slaapcoach durf ik stilaan luidop zeggen dat Oscar een prima slaper is.

Het klokje rond

Wanneer we ’s avonds gaan slapen hebben we nog steeds dezelfde routine als altijd: aankondigen dat we gaan slapen, opfrissen, pyjama aan, tanden poetsen, kusjes, knuffels, high-fiven, vuistjes, een verhaaltje en bed in.

Tot begin dit jaar werd dat gevolgd door ongeveer anderhalf uur waarin hij niet wou slapen en er iemand bij hem moest blijven tot hij sliep. Om dan ninja gewijs de kamer uit te sluipen maar wanneer je knie per ongeluk krakte – dat gebeurt al eens boven de dertig – kon je opnieuw beginnen.

Nu blijven we ongeveer twee minuutjes bij hem in de kamer – want dat doen we ook bij zijn zus – nemen we afscheid en valt hij rustig in slaap. Soms roept hij je nog enkele keren terug de kamer in om iets te vragen. ‘Blijf je in de buurt?’ bijvoorbeeld. Maar als je ziet van waar we komen is dat maar een kleine moeite. Ergens tussen 7 en 8 wordt hij dan wakker.

Wordt hij dan nooit meer wakker ’s nachts?

Natuurlijk wordt hij nog wakker ’s nachts. Het is nog steeds een (klein) kind. Dan wordt hij wakker omdat hij zijn tutjes kwijt is of omdat hij een nachtmerrie heeft. Soms gebeurt het midden in de nacht dat hij rechtzit in bed en dan komt er een ‘ik wil bij jullie in het grote bed’. En dan komt hij mee naar onze kamer, tussen ons liggen en slaapt hij rustig verder (hij toch, wij zo niet). Dan heeft hij nood aan troost, nabijheid. En die krijgt hij.

Maar die nachten zijn eerder uitzondering geworden dan regel. Laat ons zeggen dat hij 8 op de 10 nachten rustig doorslaapt. Wanneer hij het dan al eens moeilijker heeft ’s nachts kan dat er nu wel gewoon weer bij. Ik ben tegenwoordig als eens blij dat hij bij ons komt liggen, ik mis hem soms wel (nu zoek ik echt de randjes op hé).

Alles pijs en vre ’s nachts bij ons dan?

Goh ja. Niet in die mate dat elk kind elke nacht in zijn eigen bed ligt en er niet uitkomt tot er een schaap groen is geworden. Na vijf jaar ouderschap zijn we nog niet in die fase beland. Oscar slaapt meestal wel goed in zijn bedje. Maar die grote zus logeert intussen alweer enkele maanden bij ons in de kamer. Zij gaat nu ’s morgens wel al zelf naar beneden zonder ons uit bed te zetten. Noem het kleine overwinnigskes. Maar dat is een verhaal voor een andere blog.

Wat hebben we nu geleerd?

Hadden we sneller Ana moeten inschakelen? Misschien. Meer dan twee jaar amper slapen is lang. Te lang. En die periode heeft zwaar doorgewogen. Maar voor ons voelde het pas op dat moment goed aan om te starten met slaaptraining. En dan nog op een hele milde manier. Baby’s zijn baby’s en die horen niet door te slapen. Kinderen zijn grotere baby’s maar met meer vragen, angsten, emoties, frustraties, … En die moeten een plaats krijgen, ook ’s nachts. Wij zijn niet alleen ouders tussen 7u en 22u. Maar ik kan wel zeggen dat ik een betere mama-versie ben met een beetje meer slaap dan die eerste twee jaren met Oscar. En met koffie, dat ook.

PS: den eerste die nu zegt ‘en dan nu een derde’ trek ik persoonlijk door het scherm. Of betaalt mij een glas. Je mag zelf kiezen.