Op 19 juni 2023 is ons mama gestorven in het UZ Leuven, omringd door haar kinderen. Mama gaat haar 62e verjaardag van volgende maand niet meer vieren. Ze vocht tot het allerlaatste moment om bij haar kinderen en kleinkinderen te blijven. Ze heeft te veel en te hard moeten strijden in een ongelijk gevecht. Ze heeft haar rust verdiend. Maar haar leven was te kort, het was nog niet af. Ze moet nog te veel missen. En ze gaat vooral ontzettend hard gemist worden. 

Tijdens haar uitvaart op 28 juni namen we afscheid van haar. Ikzelf, mijn broers en zus schreven zelf een tekst en hebben deze voorgelezen tijdens de ceremonie. Dit was mijn tekst.

‘Allez, ik ben toch nog veel te goed om te sterven.’ We zaten op haar kamer in het UZ en ik hoor ze het nog zeggen. Zo een tweetal dagen nadat de dokter ons had verteld dat er geen oplossingen meer waren. 

Ik moest wat lachen toen ze het zei. Ik dacht ‘maar mama toch. Een hersenbloeding overleefd, wakker geworden uit een coma. Beiden gevolgd door jarenlange revalidaties. Je kan al zes jaar niet meer eten. Je brak het afgelopen jaar vier botten en we rijden ondertussen met onze ogen toe naar het UZ in Leuven.’

Maar zij vond dat ze nog té goed was. Té goed om te sterven. Ik snapte het niet altijd even goed. Maar nu ik zelf mama ben, begrijp ik het wel. Want als moeder vecht je, je vecht voor je kinderen. Om niets te moeten missen. Je vecht voor tijd, voor elke seconde. 

En ze had ook gelijk. Het was te vroeg. 61 jaar. Niets aan dat alles klopte. En ze vroeg niet veel. Ze heeft nooit veel gevraagd. Gewoon hier blijven, tijd, dat was alles. Want ze zou zoveel missen. Ik weet in elk geval van wie ik mijn fomo, angst om iets te missen, heb. 

Mijn mama en ik, onze karakters lagen best ver uit elkaar. Haar glas halfleeg, het mijne loopt over. Zij vaak met een ‘ja maar’, ik de dromer. Zij de introvert, ik de extravert. Zij heerlijke kookkunsten, ik iets minder getalenteerd. En toch is het dankzij haar en haar opvoeding dat ik vandaag de persoon ben geworden die ik ben. 

Ik ben de oudste uit een gezin van vier kinderen. Vier! Mama werkte fulltime als verpleegster en hield een huishouden met vier kinderen draaiende. En niet ‘half z’n gat’, geen loedermoeder. Elke dag met vers eten. De vis in ‘van die saus’, selder met frikadellen en verse soep. Elke dag propere kleren en volle brooddozen. Uitstapjes gepland, elke zomer op vakantie. Ik heb nu zelf twee kindjes en ik begrijp niet hoe zij dat heeft gedaan. Ik heb het haar meermaals gevraagd. De magische formule kreeg ik niet. Die bestaat waarschijnlijk ook niet. Ons mama, dat was gewoon een ongelofelijke straffe madam. 

Ik kreeg van onze mama een stevige basis mee. Ze was geen helikoptermoeder. Geen mama die het pad effende. We kregen ruimte om te proberen, tegen de muur te knallen en te vallen. En dan hielp ze ons weer recht om nog eens te proberen. Ze gaf ons ruimte, vrijheid en heel veel vertrouwen. Meer dan wie ook geloofde ze kei hard in ons. Ze voedde ons op tot zelfstandige volwassenen die stevig in hun schoenen staan. Alsof ze wist dat we veel te vroeg zonder haar zouden verder moeten. Want als ik vandaag – vandaag misschien iets minder – mijzelf een sterke vrouw mag noemen, dan is het omdat ik door een sterke vrouw ben opgevoed. 

En dan kwam de dokter ‘we zijn in de laatste fase. Het is tijd om afscheid te nemen.’ En dat was error. En over dat afscheid nemen, ik wist het zo nog niet. Ik had er wat mijn bedenkingen bij. Het was niet de eerste keer dat een dokter dat tegen ons zei. Maar deze keer, deze keer was het voor echt. 

Maar hoe neem je afscheid van de vrouw die je op de wereld zette. Van de vrouw die je, letterlijk, al je hele leven kent. Van de vrouw die nooit aan je heeft getwijfeld. Van de vrouw die je altijd graag heeft gezien. Ongeacht een slecht rapport, een verkeerd lief of een of andere stommiteit. Van de vrouw die onvoorwaardelijk veel van je hield. Van de vrouw die je al je hele leven ‘mama’ noemt? Hoe neem je daar afscheid van?
Ik wist het toen niet. Ik weet het nu nog altijd niet. 

Wat ik wel weet is dat moeders nooit echt helemaal weg gaan. Ons mama, die is voor altijd bij ons. Haar moederinstinct, haar fomo, haar koppigheid, haar kracht en haar liefde leven verder in ons en in haar kleinkinderen. Ze liet ons groeien tot wie we vandaag zijn. En ik ben er zeker van dat ze altijd bij ons zal blijven. Onze beschermengel.

We zijn hier vandaag met velen om afscheid te nemen van ons mama. We gaan ons best doen om er hier een mooie viering van te maken. Een viering van haar. Maar eigenlijk klopt het niet. Het is te vroeg, te snel, te hard. Haar leven was te kort en eigenlijk zouden we hier vandaag helemaal niet moeten zijn. En als het aan haar had gelegen, hadden we hier vandaag helemaal niet gestaan. Want ons mama, die had helemaal nog geen goesting om hier te vertrekken. Want ze was nog te goed. 

Maar jullie zijn hier toch om samen met ons afscheid te nemen. En als er iets is wat je voor ons, maar vooral voor ons mama kan doen dan is het: 

leef 
geniet 
eet
pak de binnenbocht 
er mag een hoek af 
heb geen spijt 
stel niet teveel uit 
zorg goed voor elkaar 

Het leven is kort. Hoe dan ook te kort. En mama’s zijn er niet voor altijd. 

Mams, dit is geen afscheid. Want dat kan ik nog niet. Ik hou je bij mij, ik blijf met je praten en reken op je hulp en advies. Deze mama zonder mama heeft haar mama nog hard nodig. 

Bedankt voor mijn bijna 37 jaar. Bedankt voor het leven. Bedankt voor alles wat je me hebt gegeven. Bedankt voor de onvoorwaardelijke liefde. Het komt wel goed met ons, geen zorgen, je hebt ons goed groot gebracht. We hebben elkaar. 

Rust zacht, we houden van je. Overal. Voor altijd.