Nadat ik jullie vorige week vertelde dat er meer dan waarschijnlijk geen derde kindje aan ons gezin zal worden toegevoegd kan ik nu stellen dat ik geen baby meer in huis heb. Mijn jongste en laatste baby is ondertussen bijna 14 maanden, een peuter. En dat merk ik aan alles.

Rambo jambo Oscar

Tijdens het scrollen kwam ik dit blogje tegen. Ik schreef deze een jaar geleden, duidelijk vanop een roze wolk, genietend van mijn mini mannetje. Hoewel ik me zijn geurtje en geluidjes herinner alsof het gisteren was, lijkt het ook alweer ver weg. Want van platte baby Oscar is geen sprake meer. We hebben nu een Rambo peuter in huis.

Op zijn eerste verjaardag besliste Oscar dat hij écht geen baby meer wou zijn. Hij was officieel peuter en wenste ook op die manier aangesproken en behandeld te worden. Gedaan met koetsjie-koetsjie, groenten- of fruitpap en in slaap vallen op mijn buik en in ons bed.

Van drie stapjes ging het heel snel naar een vlotte tred, aan kruipen deed hij niet meer mee. Te traag. Zijn eerste woordjes volgende snel en hij kan al goed duidelijk maken wat hij wil. En uiteraard ook wat hij niet wil. Bij ons in bed slapen is geen optie meer. Dat is speelterrein en je riskeert dat je oog wordt uitgestoken. Hij loopt door het huis als een echte kamikaze en zette het record weggooien van dingen waarmee je niet mag gooien op zijn naam. Hoe wilder, hoe leuker. Schattige babypakjes werden te klein, speelgoed ging de zolder op.

Dat was het dan, die babyperiode

En dan zie ik hem. Fier, staan blinken. Mijn manneke. Dan ben ik blij met zijn groei en evolutie en dan vind ik de interactie met hem heerlijk. Dit is echt een fantastische fase en het leukste is dat ik weet dat het alleen maar toffer wordt.

En ik geniet nu des te meer van die kleine knusse momentjes met hem. Wanneer hij ’s avonds laat om zijn melk schreeuwt en ik hem half slapend in mijn armen zijn flesje geef. Voor ik hem terug in bedje leg knuffel ik hem, geef ik hem een zacht zoentje op dat nog steeds redelijk kale hoofdje en fluister ik dat ik van hem hou. En net voordat ik hem weer te slapen leg kijk ik naar dat snoetje en zie ik weer heel even mijn kleine, platte, pasgeboren baby’tje. Het jongetje dat vanaf seconde één mijn hart veroverde.

Hij valt dan niet meer in slaap in mijn armen en hij past niet meer op mijn buik, hij drinkt niet meer aan mijn borst. En hoe hard hij nog groeit en hoe veel hij nog leert, hij zal altijd mijn baby zijn. Snik.