Reisroute Thailand

Dag 1, 2 en 3: Bangkok 

We namen een vlucht met Emirates vanop Brussels Airport. Na een tussenlanding in Dubai kwamen we rond de middag toe op de luchthaven van Bangkok. Daar stond de taxi ons op te wachten en die bracht ons naar hotel Travelodge Sukhumvit 11. We pakten uit, en namen een duik in het zwembad. Onze eerste avond in Thailand aten we per ongeluk Japans – het was wel lekker – en we kropen vroeg in bed na een lange reisdag. 

We moesten er ook wel vroeg uit, want om 7u stapten we op de fiets voor een fiets-en boottocht bij Co Van Kessel. Een dikke aanrader! Tijdens een 5 uur durende tocht ontdek je Bangkok op een hele andere manier. We sloten de avond af met een rooftop diner. 

Op onze laatste dag was het tijd voor de niet te missen tempels in Bangkok. We bezochten Wat Pho, Wat Arun en het Grand Palace. De kindjes waren behoorlijk onder de indruk en konden de dosis cultuur wel smaken. Onze laatste avond sloten we af op Khao San Road. Een bekende backpackersstreet. Een drukke straat vol streetfood, luide bars waar Britney Spears en Taylor Swift uit de boxen knallen en er telkens 12 man je binnen probeert te lokken. Zo vreselijk dat je het eens moet gezien hebben. 

Dag 4 en 5: Chiang Rai 

Op dag 4 vlogen we in de voormiddag van Bangkok naar het noorden, naar Chiang Rai. Een stad die we vorige week waren overgeslagen en waar we altijd wel wat spijt van gehad hebben. Iets na de middag waren we al ingecheckt in ons hotel. Een eigen gouden paleis, Nakaraj Princess Chiang Rai, het was bijzonder. 

Chiang Rai is meteen een pak rustiger dan Bangkok. En hier kwamen we vooral om enkele tempels te zien. We begonnen met Wat Huay Pla Kang Chiang Rai of Goddess of Mercy. Een gigantische tempel op een heuvel en zeer impressionant. 

Na dit bezoek was het tijd voor een hapje en een drankje in Café Lalitta. Een sprookjesachtig café dat je moet bezoeken wanneer je in Chiang Rai bent. 

We sloten onze dag af met zonsondergang bij Wat Rong Suea Ten, de blauwe tempel. 

De volgende ochtend sliepen we uit en ging het na het ontbijt richting de bekendste tempel uit de regio, Wat Rong Khun, de witte tempel. Een iconische tempel in de regio, helemaal in het wit en met spiegeltjes gebouwd. 

Dag 6, 7 en 8: Chiang Mai

Van Chiang Rai reisden we per taxi door naar Chiang Rai. Een rit van bijna vier uur. In Chiang Rai reden we dan nog een uurtje verder de jungle in voor een tweedaags verblijf bij Chai Lai Orchid tussen de olifanten. 

Na twee nachten trokken we naar het centrum van Chiang Mai waar we logeerden bij The Locals. In Chiang Mai valt er veel te beleven en zijn er ook enkele prachtige tempels. Maar, het was met 42 graden ontzettend heet en de kinderen hadden het wel wat gehad met de tempels. We besloten een middagdutje te doen en te gaan aperitieven op de rooftop van een shopping center. Nadien ging het nog even over de nightmarket. De perfecte plek om een hapje te eten en je souvenirs in te slaan. 

Dag 9, 10 en 11: Khao Sok 

Na Bangkok, olifanten en tempels was het tijd om door te reizen naar het zuiden. We vlogen van Chiang Mai naar Phuket waar onze taxi ons stond op te wachten en ons naar Our Jungle Camp bracht. 

Een verblijf waar ik zelf heel hard naar had uitgekeken. Wesley iets minder. Hij heeft het niet zo begrepen op insecten, zeker spinnen. Hij schrok dus bij alles wat er bewoog. En er bewoog veel in de jungle. 

We verbleven twee nachten in ons treehouse. We brachten onze tijd door met Uno, aapjes kijken, kleine wandelingen en zwemmen in de rivier. Ik ging met Mona op night safari, de mannen bleven aan de bar. We verbleven hier twee nachten. 

Na het ontbijt gingen onze reis verder in Khao Sok. We lieten onze valiezen in het verblijf en maakten twee rugzakken klaar waarna de taxi ons naar de pier bracht. Vandaar was het nog een uurtje varen met de longtail boot naar Keereewarin, een drijvend verblijf op het Cheow Lan meer. Een prachtige plek waar ik absoluut ooit terug naartoe kom. Dit uitstap boekten we ook met Our Jungle Camp.

Dag 12 – 16: Kho Lanta 

Onze reis sloten we af op één van de Thaise eilanden. Wij kozen voor Koh Lanta. Het is een vrij klein eiland, niet al te moeilijk bereikbaar vanop het land, met lange stranden en een hele chille sfeer. We verbleven in het Alama Sea Village Resort in een villa met prachtig uitzicht. De trappen moet je er wel even bijnemen. 

Op Koh Lanta was het vooral van zwembad, zon, zee strand en dineren bij zonsondergang. We huurden ook een privé longtail boat voor een snorkel- en eilandtour. Dat was iets duurder dan de excursie met een groep mee te doen, maar zo ging het wel op ons tempo. 

Dag 17 en 18: Terug naar huis 

Vanop Koh Lanta reden we naar Krabi voor een vlucht terug naar Bangkok. Omdat we vrij laat in Bangkok waren en onze vlucht naar Brussel al ‘s morgens vertrok, kozen we voor het Novotel Bangkok Suvarnabhumi Airport. Het was tijd om naar huis te gaan.