Oscar is net een jaar geworden en hier en daar zijn er de eersten die ons durven vragen of er een derde komt. Of de iets meer directere “en, wanneer komt de derde?” Wel, hate to burst the bubble, maar er komt geen derde kind meer. En dat kan ik met 99% zekerheid zeggen.

Zijde zeker?

Eerlijk, in mijn hart heb ik plaats voor nóg tien kinderen denk ik. Daar waar ik bij een tweede de angst had om dat nooit zo graag te zien als het eerste ben ik er zeker van dat mijn hart alleen maar groter werd. De liefde voor Mona is niet gehalveerd sinds de komst van Oscar. Wel vertienvoudigd. Er wordt niet gedeeld, alleen vermenigvuldigd.

Maar het is vooral het praktische en het organisatorische dat me tegenhoudt. Oscar slaapt nog steeds niet door. We moeten gemiddeld nog een keer of vier uit bed elke nacht. En dat is op de goede nachten. Nog zo een slechte slaper overleef ik echt niet meer.

Ik was niet héél graag zwanger. Zeker niet met die zwangerschapsdiabetes van Oscar. Maar ondertussen ligt dat ook achter mij en romantiseer ik dat. Maar het idee om nooit meer zwanger te zijn of te bevallen maakt me soms wel wat emotioneel. Want bevallen, ik vond dat twee keer heel erg fijn.

Ik vind twee kinderen ook best pittig. De combinatie van het werk, het huishouden, kleuterschool, opvang, … Ik kom nu al niet meer toe met vierentwintig uur in een dag. Door de gezondheid van mijn mama en de slechte band met mijn vader hebben we ook beperktere opvang voor onze kindjes. En ik geloof niet dat moeke & vake langs mijn man zijn kant staan te springen voor een derde kleinkind.

We hebben twee gezonde kindjes (hout vasthouden), een zoon en een dochter. Het is eigenlijk goed zo. Hoe zeer ik ook geniet van baby Oscar, ik begin er toch stilaan naar uit te kijken om uit die dutjes en de pampers te zijn.

Wat zegt de man?

De man zegt resoluut ‘nee.’ Duidelijk. Hij overweegt zelfs maatregelen om dat niet te laten gebeuren. En wanneer ik dan het speelgoed wil weggeven krijg ik een “of je moet het houden voor een derde.” Meestal met een lach, maar ik zie dan toch nog een kleine aarzeling. Ik denk, als ik écht écht zou willen, dat ik hem wel overtuigd krijg. (aanvulling van man: nope!)

Echt zeker?

Op dit moment ben ik heel zeker dat ik geen derde kind wil. We hebben eigenlijk onze balans met twee nog niet helemaal goed teruggevonden en ik heb nog veel slaap in te halen van die kleinste. Maar om de een of andere reden durf ik een derde kind niet helemaal uitsluiten. Misschien over een jaar of drie een dessertje, je weet maar nooit. Maar wanneer je me vandaag vraagt of er een derde komt is het antwoord met veel overtuiging ‘nee.’ Het is goed zo.