Ik krijg vaak de vraag hoe ik alles met zoveel energie en enthousiasme blijf doen. Werken, een huishouden, leuke uitstappen, sporten, de blog, … Mijn antwoord was dan telkens dat het wel lukt. Dat ik alleen dingen doe waar ik zelf veel energie uit haal. Dat al die zaken mij gaande houden. Dat het wel lukt.

Lukte.

Want dan ineens lukte het niet meer.

Een maandje geleden knalde ik nogal tegen een muur. Of tegen mijzelf. Ik voelde de afgelopen maanden al dat ik wel eens een slechte dag had. Zo een dag waarop niets ging, ik niets kon verdragen. Niets mis mee. Kei normaal. Maar die moeilijke dagen begonnen wat sneller op elkaar te komen. Het werden vaker opeenvolgende dagen. De vakantie in Portugal zorgde voor een pauze op een goed moment. Maar bij terugkeer voelde ik aan alles dat het niet meer ging.

De afgelopen jaren waren hier pittig. Er gebeurde veel. Er liep heel veel goed, maar ook veel slecht. Het laatste anderhalf jaar was hier zwaar op verschillende vlakken. Ik moest mijzelf een paar keer heruitvinden en verloor mijzelf wel eens ergens onderweg. Een periode van veel vragen, stress, zorgen en verdriet. Tel daar dan nog de helse nachten met Oscar bij en dan weet je dat het een ‘accident waiting to happen’ is. Enfin, ik wist dat niet. Ik heb het heel lang ontweken en ontkend.

Maar op een gewone maandagavond reed ik na het werk naar huis. Er was niets noemenswaardig gebeurd of fout gelopen en toch huilde ik de hele rit naar huis. Ik kwam thuis aan, mijn man was aan het koken en zette zijn vuren af, ik viel huilend in zijn armen. De kindjes waren thuis, Mona bracht iets zacht tegen de pijn en zakdoekjes om mijn tranen te drogen.

Ik was op. Leeg. Een emotioneel vat. Doodmoe. Mijn emmertje liep over en ik had nood aan een pauze. Dringend. Toch geen Superwoman dus.

Een tijd om na te denken en te rusten

Ik wil vooruit, doorgroeien, carrière maken, bijleren, meer verdienen. Maar de balans werk-privé vind ik ook belangrijk. Ik sta al eens graag aan de schoolpoort. Mijn 4/5e wil ik nog niet opgeven. Na mijn werkuren wil ik niet teveel meer bezig zijn met dat werk, wel met mijn kindjes. Als ze slapen wil ik kunnen bloggen, gaan lopen, yoga doen, samen zijn met mijn man, iets gaan drinken met een vriendin, gaan eten met vrienden, langsgaan bij mijn familie en als het even kan wat huishouden.

Ik wil een ontspannen mama zijn, geen mama die overloopt van stress en zich door files moet wurmen om nog een glimp van haar kinderen op te vangen. Been there, done that. Niet meer. Een energieke mama.

Misschien is alles ook gewoon teveel

Misschien wil ik alles en is dat teveel. Zijn er te weinig uren in een dag en heb ik niet de energie om op al die fronten de beste versie van mijzelf te zijn. En als ik dat zou toegeven, wat is dan het gevolg hiervan? Wil ik dan meer inzetten op professioneel vlak ten koste van tijd en energie voor mijn gezin? Minder vrije tijd? Geen blog meer? Of ben ik (tijdelijk) tevreden met een minder bloeiende carrière, minder professionele vooruitgang? Mijn job gewoon goed doen en verbeteren waar nodig maar verder geen te grote doelstellingen en verwachtingen?

Uiteraard weet ik wel wat ik wil. Die twee hier, dat is mijn alles. Mijn wereld in twee pakketjes gigantische liefde. Ze zijn maar even klein. Ze hebben me maar even zo hard nodig als nu. En als dat dan betekent dat ik mijn ambities wat moet bijstellen, het zij zo. Die carrière haal ik in, misschien. Tijd met hen niet. 

Maar het gaat weer beter

Ondertussen gaat het beter met mij. Ik heb wat zaken duidelijker in mijn hoofd. Ik ben nu enkele weekjes thuis en einde november ga ik terug aan het werk. De afgelopen weken heb ik tijd en rust genomen. In de mate dat zoiets kan met twee kleine kinderen en corona/lockdown. Van rust is er de laatste twee weken weinig sprake maar de druk is er wel wat af. Oscar is niet miraculeus beginnen doorslapen maar nu kan ik het mijzelf wel permitteren me overdag moe te voelen. En pas nu lijk ik te beseffen hoe moe ik werkelijk ben. Ik kan terecht bij mijn huisarts en babbel met een psycholoog. Mijn man staat zoals hij dat altijd doet achter me. Mijn rots.

In mijn zoektocht naar rust probeer ik vooral mijn energieniveau terug op te krikken. Al klinkt dat misschien wat vreemd naast die rust. De afgelopen jaren leefde ik met een hoog energieniveau, op veel adrenaline. Zelfs na een nacht met amper slaap deed ik duizend dingen. Omdat die fysieke energie zorgt voor mentale energie. Maar door een opeenstapeling van gebeurtenissen kreeg mijn energieniveau een flinke deuk. Zowel mentaal als fysiek.

De afgelopen weken probeerde ik me wat te focussen op mijzelf. Ik probeerde ruimte te creëren in mijn omgeving en in mijn hoofd. Ik bracht heel veel tijd buiten door. Ik heb veel nagedacht en de waarden en prioriteiten in mijn leven wat proberen te herdefiniëren. Ik heb gespeeld, gelachen, gepiekerd, gehuild en gebakken.

Ik ben nog niet helemaal terug oké. Ik reageer bijvoorbeeld niet zo goed op stress. Wat bizar is, want normaal ben ik net productiever wanneer ik stress ervaar. Nu voel ik al snel stress, vaak om kleine zaken en reageer ik daar niet zo altijd goed op. Gevoelig, ongeduldig, emotioneel. Ik ben nog steeds niet bijgeslapen, daar heb ik nog wel een jaar of vijf voor nodig van zodra Oscar eens beslist om door te slapen.

It’s all about balance en ik ben de mijne even kwijt. Maar ik werk eraan. Het gaat beter en het komt wel goed. Echt.