Zoals jullie eerder hebben kunnen lezen was borstvoeding geven een groot avontuur. Zo enthousiast en positief ik was in het begin, zo groot was de teleurstelling en frustratie na 2 dagen. Dat ging helemaal niet zoals ik het in mijn hoofd had. De eerste 3 weken ging er geen dag voorbij dat ik niet dacht aan stoppen. De daaropvolgende 3 weken heb ik, laat ons zeggen, 2 keer per week gedacht om er de brui aan te geven. Maar dankzij de steun van mijn man, een goede vroedvrouw en mijn omgeving heb ik telkens doorgezet.
En wat ben ik blij dat ik dat heb gedaan. Want na 6 weken ging het ineens pakken beter. De productie bleef goed, Mona dronk goed en ik zat er niet meer mee verveeld om borstvoeding te geven in het openbaar, bij vrienden, … Ik werd dan ook een pak handiger in het aanleggen zonder met alles bloot te zitten.
Ik had dus eigenlijk nooit gedacht dat het met pijn in het hart zou zijn dat ik vanmorgen de vroedvrouw moest bellen om in de loop van de week langs te komen. Op 29 augustus begin ik terug te werken. Kolven op mijn werk zie ik niet echt zitten (drukke job, veel op de baan, veel afspraken en meeting). Tegen dat mijn kleine meid naar de crèche gaat, zou ze dus volledig kunstvoeding krijgen. Tijd dus om stilaan beginnen af te bouwen. En om dat goed te doen heb ik de hulp van de vroedvrouw nog eens ingeroepen. Dit keer dus niet omdat ik nood heb aan peptalk, maar echt om te stoppen.
En dat is echt een vreemd gevoel.
Ik moet wel bekennen dat ik op een 6-tal weken op een dieptepunt zat. Ik had de vroedvrouw gebeld, ik wilde er echt mee stoppen. Ik had het gehad. In overleg met haar kwamen we tot een compromis: één avondvoeding vervangen door Nan Evolia. Ik kon dan kolven om zo weer wat voorraad aan te leggen. Dat hebben we dan ook gedaan. En Mona begon dan ook ’s nachts min of meer door te slapen. Al is dat natuurlijk geen garantie.
Weken geleden keek ik uit naar het moment waarop ik zou stoppen. Vandaag niet meer. Ik voel me er een beetje droevig bij. Zelfs een beetje schuldig tegenover mijn dochter.
Om te beginnen vind ik het een beetje vreemd dat nu plots iedereen mijn dochter eten gaat kunnen geven. Het is niet langer mijn privilege, mijn moment met m’n dochter. Natuurlijk heb ik gekolfd en natuurlijk heeft de papa, meter, … al eens een flesje gegeven.
Maar toch.
Nooit gedacht dat ik dit ging zeggen, maar ik heb het een beetje moeilijk met dat woord “kunstvoeding.” Precies of ik ga mijn dochter “nep eten” geven. En dat terwijl die borstvoeding perfect is samengesteld voor haar. Ik weet dat dat echt een onozele gedachte is. Mijn dochter gaat even flink, groot, sterk en slim worden van kunstvoeding.
Maar toch.
Ik ga weer kunnen eten en drinken wat ik wil. Toegegeven, op mijn eten lette ik niet super hard. Met bv. de uitzondering van asperges. Daar was Mona geen grote fan van. Maar nu kan ik dus ook gewoon op een terrasje een glaasje rosé of een gin tonic drinken zonder te moeten tellen wanneer ze moet eten, zonder af te kolven en weg te gooien.
Maar toch.
Ik ben bang van hoe mijn borsten er post-borstvoeding gaan uitzien. Ik ben sinds mijn zwangerschap een volle boezem gewend. Het zal niet meer hetzelfde zijn vrees ik.
Maar toch
Ik kan weer kiezen welke kledij ik ga aandoen. Al is dat relatief. Niet alles past al terug mooi. Maar ik hoef er dus niet meer op te letten dat ik kledij aanheb die makkelijk/subtiel/handig is om borstvoeding mee te geven.
Maar toch.
Ik ga weer lang kunnen uitslapen (in theorie dan toch) zonder op te staan met natte plekken op mijn top.
Maar toch.
Zou ik het aanraden?
Als je me tijdens die eerste weken had gevraagd of ik borstvoeding zou aanraden zou ik getwijfeld hebben. Het is vermoeiend, zwaar en niet altijd even makkelijk (zie mijn eerdere post). Maar nu zeg ik resoluut ja. Ik ben de eerste weken moeten doorploeteren. Maar nu geniet ik er eigenlijk echt van. En trust me, ik had nooit gedacht dat ik dat zou zeggen.
Ik kijk uit naar de volgende fase. Maar het zal toch met een beetje pijn in het hart zijn (en misschien zelfs enkele tranen, want die zijn er al bij het schrijven van deze post) dat ik mijn laatste voedingen ga geven. Het gaat ook verder dan gewoon stoppen met borstvoeding. Het is ook het teken dat mijn kleine meid héél snel groeit, dat we samen een periode afsluiten en dat ik binnenkort weer aan het werk moet.
Maar nu nog even genieten van de komende weken. Nog enkele weken bevallingsverlof, hopelijk nog een vakantie met ons drietjes. Nog enkele weken borstvoeding.
PS: Deze post is niet bedoeld om mama’s richting borst-of kunstvoeding te duwen. Integendeel. Als je mijn eerder berichten leest zal je zien dat ik ook op een rollercoaster heb gezeten en dus de laatste ben om te veroordelen. Wat je ook doet of kiest, zorg dat het datgene is waar jij gelukkig mee bent en dan zal je baby dat ook zijn. Groot worden ze allemaal.
Birgit
En vreemd is het hoor, die eerste dagen zonder voedingen. ik had het zo hard gehad, en toch vloeide er een paar tranen.
Ik voelde me dagdagelijks wel beter in m’n vel. Al
blijf ik het even moeilijk krijgen als ik terugdenk aan al die exclusieve mama-dochter-voedingsmomenten en vooral dan het feit dat die zo bijzondere momenten nu iets minder bijzonder zijn, omdat iedereen dat kan.
Annelies
Hallo Birgit,
dank voor je reactie. Ik ben blij dat mijn verhaal herkenbaar is voor jou. Ik ben heel benieuwd hoe het allemaal gaat voelen!
Muske
Ik ben na 14 weken terug gaan werken. Toen had mijn man een maand ouderschapsverlof. Ik heb de eerste 3 weken voor mijn werk nog gekolfd, dan daarmee gestopt. Ik ben nog tot 6 maanden een avondvoeding rond 19u blijven geven. Dat was het mooiste stuk borstvoeding: het is leuk, geen ramp als het eens niet kan (kolven of eens extra poedermelk kon ook). We waren allebei getraind dus dat verliep bijna altijd prettig, echt ons momentje. Ik heb nog getwijfeld om die avondvoeding langer te geven, maar na lang twijfelen toch op zes maanden gestopt. De extra voordelen voor de baby zijn bij 1 voeding per dag beperkt, en zelfs 1 voeding per dag vergt nog steeds wel iets van je lichaam. Maar bij een volgend kindje zou ik het dolgraag opnieuw doen.