Ik ben intussen 36 weken zwanger. 36 weken van de 40, een goeie 250 dagen. Of: akelig kortbij! Buiten de cijfers die aantonen dat de resterende termijn steeds korter wordt, zijn er ook andere signalen die duidelijk maken dat ik op het einde van de zwangerschap begin te komen.
- Meest voor de hand liggende: de buik. Ik vraag mij oprecht af hoe groot die nog kan worden. Dat kan toch niet ontploffen hé? Serieus….
- In dezelfde zone: je schrikt ook gewoon echt van die buik. Als ik ga douchen en ik zie mijzelf in de spiegel blijft het echt een heel vreemd zicht. En dat cijfer op weegschaal heb ik ook nog nooit gezien. Als ik uit bad probeer te sukkelen denk ik al wel eens “aha, zo moet een aangespoelde potvis zich voelen.”
- Mensen zeggen niet meer ‘oh proficiat, voor wanneer is het?’ maar ‘Het komt kortbij he. Het is precies niet lang meer?’ of ‘Ha, jij loopt hier ook nog altijd rond.’ Nog eventjes mensen, nog eventjes. Ik ga echt niet hier en nu bevallen.
- Baantjes trekken in het zwembad wordt week na week moeilijker/trager. De waterligging is niet meer optimaal. De weerstrand des te groter. Mijn baan-genoten vragen bezorgd of de baby er toch niet tijdens het zwemmen zal uitkomen. Eerlijk? Ik zou het niet erg vinden. Dat moet zowat de meest makkelijke bevalling ooit zijn.
- Ondanks het feit dat ik moeilijkheden heb met dingen op te rapen, laat ik steeds meer dingen vallen.
- Parkeerplaatsen zijn te smal. Niet voldoende plaats voor buik + boodschappen/laptop/…
- De baby begint stevig te schoppen als ik luidkeels meezing in de wagen. Ik vraag me af of ze me aanmoedigt of dat ze me wil duidelijk maken dat we het maar moeten houden bij voorlezen.
- De hond kijkt me zeer verongelijkt aan als ik zeg dat hij geen snoepje meer mag. Het is een blik die zoiets zegt als ‘jij moet spreken, heb jij je eigen buik al eens gezien?!’
- Mijn beurtenkaart voor het zwembad is ineens ook mijn aftelkaart tot dé datum. Elke keer de kassier de kaart prikt, is er weer een week voorbij.
- Het besef dat die baby er nog uit moet. De gynaecoloog stelt tijdens de controles altijd gerust “Dat ziet er helemaal prima uit. “Jaja, dat zal wel, maar die moet er nog wel uit he!”
- Ik ga hier nu niet zitten beweren dat ik anders een heel handige ben. Maar zo lomp… Ik heb mijn buik verbrand tijdens het strijken. Om maar één van de situaties te melden.
- Navel? Nee, niet meer gezien. Die is weg denk ik. Dat zal wel terugkomen zeker?
- Na het eten nog een beetje restjes op je buik terugvinden. Verrassing!
- Moodswings: tot een 2-tal weken amper last van gehad. Maar nu kan ik van grote euforie tot diep verdriet gaan op enkele minuten tijd. Met de tranen tot gevolg. Manlief die de gedachtengang niet goed meer volgt. Tot grote frustratie van mijzelf. Maar ik kan mijn eigen gedachtengang ook niet altijd even goed meer volgen. Hormonen zeker…
- Ik ben sinds enkele dagen een van mijn meest kostbare bezittingen kwijt: mijn slaap. Oke ja, ik weet het. Eens de baby er is… Maar ik had toch gehoopt om tot dan van mijn nachtrust te genieten. Ik kan de slaap moeilijk vatten. Of toch niet op het moment waarop het moet. Stipt om 5u ben ik wakker. Om dan met veel moeite terug in slaap te vallen, net als de wekker gaat aflopen.
Nog 4 weken te gaan. Volgens de berekeningen toch. Het kunnen ook nog 2 weken zijn, maar eigenlijk ook nog 6. Dat betekent dat we nu toch echt die doopsuiker moeten gaan afwerken en mijn ziekenhuis valies moeten klaarzetten. Ik heb zo een gevoel dat de tijd heel traag gaat gaan. Maar ook gewoon veel te snel.