Zij die mij al even volgen weten dat de naamkeuze van Oscar een lange weg is geweest. Ik krijg nog regelmatig de vraag over hoe we uiteindelijk tot Oscar zijn gekomen, wie zijn zin heeft gekregen en wat de alternatieve namen waren.
Een meisje was makkelijker geweest
Lang voor ik zwanger was hadden we al snel namen voor een potentieel tweede dochter. Ik hoorde graag ‘Ellis’, mijn man was van fan van ‘Marie’ en ‘Roos.’ Ik denk dat we snel een van die laatste twee hadden gekozen. Over een meisjesnaam zaten we vrijwel op dezelfde golflengte. Een jongen… dat zou een ander paar mouwen worden wisten we al snel.
Een jongen …
Uit de NIPT bleek dat we een zoon verwachtte en ik voelde de bui al hangen. Die naamkeuze zou aan pak moeilijker worden. Mijn man lanceerde al snel zijn favoriete namen, die ik één voor één afketste en omgekeerd.
Hoe we ermee omgingen
Er gingen weken voorbij waar we totaal niet over de naam spraken. Het leidde vaak tot discussie en naarmate de zwangerschap vorderde werden die er niet makkelijker op. Maar je weet beiden dat je het onderwerp niet kan blijven mijden. Het kind moest ooit wel eens een naam krijgen. De gynaecologe raadde ook af te wachten tot wachten tot in de verloskamer want dat zou leiden tot zeer ongemakkelijke situaties.
We probeerden verschillen manieren. Apps, websites, … maar de uitkomst was altijd dezelfde. Ons genre lag ver uit elkaar. Een compromis zou moeilijk worden. Zelfs een combi van twee namen zou tot hele rare namen leiden.
Nog maar eens een Google drive
We deelden een Google drive excel file met een lijst van namen. We begonnen met kleurcodes te werken. Rood was helemaal niet, oranje stond voor ‘ik kan er misschien mee leven’ en groen was voor ‘ja.’ Probleem: mijn rood was zijn groen en omgekeerd.
Rond 32 weken zwangerschap begonnen we een nieuw blad, letterlijk genaamd ‘opnieuw.’ Dat leidde tot 36 namen die we opnieuw aanduidde in de kleurcodes. De oranje namen haalden de shortlist en zo kwamen we tot acht namen waar we elke onze mening bij zette.
De acht namen:
- Morris
- Leon
- Juul
- Noah
- Finn
- Fynn
- Lewis
- Jules
Na discussie kwamen we tot een short shortlist van twee namen. Grappige vermelding, geen van deze twee namen haalde de net vermelde shortlist.
Op de short shortlist:
- Oskar
- Oliver
We hebben beiden namen even geprobeerd onder elkaar en met Mona. Mona maakte van Oliver ‘Oviler’ en veranderde zelf altijd naar Oskar. Wanneer mijn man zei “Mona, roep eens op Oliver” zei Mona “nee papa, Oskar is mooier.” Mijn man raakte stilaan gewend aan de naam en rond 36 weken was het beslist.
Of toch niet helemaal…
We waren bezig met de tekst voor het geboortekaartje. Ik had net alles uitgetypt en mijn man begon ‘nee’ te schudden. “Wat nu weer?!” vroeg ik licht geïrriteerd. “Het is niet juist geschreven zo. Ik vind het niet goed. Het moet met een ‘c’. Oscar, niet Oskar.”
Ik probeerde nog even. Maar ik gaf toe. Hij had goede argumenten om het met een ‘c’ te schrijven en ik kon er wel mee leven.
Oscar werd geboren, en het is nen Oscar. Met korte ‘a’, dus geen ‘Oscaaaaar.’
PS: Mona haar baby pop heet Oliver. Maar ze noemt hem ‘Olilover.’ Misschien maar goed dat het geen Oliver geworden is.