Eerder deze week ben ik met mijn man naar de zaalshow van Wouter Deprez gaan kijken: “Bijen, bloemen en borstbollen”. Ik had er niet ontzettend veel zin in en ik had geen al te hoge verwachtingen. Maar was ik daar even serieus mis. Dit was verdekke de strafste zaalshow die ik al heb gezien.

Tijdens de voorstelling van bijna 2 uur heb ik constant aan zijn lippen gehangen. Ik was helemaal mee. Ik heb gelachen, heel hard. Maar ook een traan weggepinkt.

Wouter Deprez vertelt in de voorstelling over zijn jeugd, over zijn ouders, zijn kinderen en zijn vrouw. Zijn vrouw die vecht tegen borstkanker. Wouter leest voor uit het boek dat hij hierover schreef. De show is een rollercoaster. Het ene moment kom je niet bij van het lachen. Wanneer hij vertelt over de garageboxen. Over hoe hij vroeger een bad moest delen met zijn haar verliezende vader en zijn 3 broers. Wanneer hij vertelt over de zware telefoon in de gang van zijn ouderlijk huis. De telefoon die ze deelden met tante Gerarda en nonkel Wilfried. Of over zijn ouders die samen gevallen zijn. Of wanneer hij op zo een geweldige manier banale gezinssituaties omschrijft die zo herkenbaar zijn.

Hij neemt zijn publiek mee in zijn leven, in zijn huis. Het lijkt alsof je gewoon mee bij hem in de woonkamer staat.

En dan gaat hij terug achter zijn pupiter staan en leest hij voor uit zijn boek. Over de strijd die zijn vrouw elke dag aangaat met kanker. Hij vertelt over de chemo. Over hoe één van de zoontjes mama een “chemoheks” noemt. Over zijn vrouw die hem wil verzorgen, ook als zij er niet meer zou zijn.

Dan was en muisstil in de zaal en werd er een traan weggepinkt. En net als je denkt in tranen te gaan uitbarsten, komt hij vanachter die pupiter uit en kom je amper bij van het lachen.

De voorstelling is trouwens muzikaal begeleid door Ruben Focketyn.

Deze lente moeten de appelboom weer bloeien en de bijen zwermen. Deze lente moet zijn vrouw terug genezen. Ik hoop het, echt.

Als je de voorstelling nog niet hebt gezien, kijk dan nu naar voorstellingen waar nog tickets voor zijn. Echt. Het is héél straf.