Wij (eigenlijk ik, maar blijkbaar moet je ‘wij’ zeggen) verwachten onze eerste baby. Ons kleintje staat gepland om in mei 2016 op de wereld te komen. En dat is allemaal heel erg spannend.

We zijn intussen meer dan 9 jaar een koppel, in juni getrouwd, en dan lijkt dit een logische next step. Begrijp me niet verkeerd, de baby was gepland en is meer dan welkom. Maar eens het zover is, is dat toch even schrikken. We hadden gepland om te stoppen met de pil en de natuur zijn werk te laten doen. “We zien wel” dachten we. Ik was in de veronderstelling dat het toch nog enkele maanden zou duren vooraleer het ook echt “prijs” zou zijn. Tijd genoeg om er wat aan te wennen dus. Maar moeder natuur (net als de rest van de familie en vrienden) vond het hoog tijd voor een baby en er was dus snel een streepje op de test te zien.

Maar dat streepje is toch niet zo donker” was de reactie van de man. “Misschien heb ik niet goed gemikt. Maar ja, op hoeveel manieren kan je op een stick plassen?” dacht ik dan weer. Maar de bevestiging met de bloedtest volgde snel. En toen we op 8 weken een wit propje op het scherm zagen dat ook een hartslag bleek te hebben was het duidelijk. We zouden snel ons schoon leven gaan delen met een kleintje.

Geluk maar ook paniek en twijfel
Manlief was tot het eerste bezoek aan de gynaecoloog zeer rustig gebleven (verontrustend rustig durf ik zelfs te zeggen). Tot we buiten kwam.
“Schat, is alles oke” vroeg ik bezorgd. Hij had niets meer gezegd sinds de hartslag. Ik begon stilaan te vrezen voor zijn hartslag. 
“Ja. Nee. Ik word papa. En wij hebben nog niets. We hebben nog geen suikerbonen, en geen kamer,… We hebben nog niets. En ik word vader” klonk het een beetje in paniek

Na de echo op 12 weken bleek alles goed te verlopen met de baby en was het dus tijd om ons nieuws met vrienden en familie te delen.

En ik? Ik ben soms wat in de war. Ik ben ondertussen een goede 13 weken ver. Ik heb nog geen zwangerschapsbuikje (wel een kwabje extra waar ik niet heel blij mee ben. Vis noch vlees zeg maar). Van alles wat ik graag eet en drink (préparé, steak tartare, steak blue gebakken, sushi, wijn, gin tonic, …) moet ik afblijven. “Je krijgt er veel voor in de plaats” zeggen ze dan. Maar dat weet je dus niet he! Het kan evengoed een ettertje zijn.

Ik heb tot nu een droomzwangerschap. Buiten wat vermoeidheid heb ik nergens noemenswaardig last van. Maar het dringt allemaal nog niet heel goed door. Ik zie dat mensje wel op het scherm bij de gynaecoloog, ik hoor het hartje, maar ik kan de link nog niet leggen dat het ook echt in mij aan het groeien is.
De ene dag kan ik niet wachten tot we onze kleine spruit in onze armen hebben. De andere dag mag het nog heel lang duren. Dan panikeer ik. Wij zijn hier niet klaar voor. We hebben nog geen huis. We hebben te weinig plaats. Wat als ik dat niet kan, mama zijn. Wat als hij/zij een lief heeft dat ik niet leuk vind. Wat als hij/zij zat thuiskomt of aan de drugs geraakt. (Oke, zorgen voor over vele jaren, maar toch, daar denk ik nu dus al aan).

Kortom, de baby is welkom en gaat omringd worden door veel liefde van mama, papa, de familie en vrienden. Maar zo vreselijk zelfzeker voel ik mij nog niet over het moederschap.

Maar er hebben al zoveel mensen voor ons dit tot een goed einde gebracht. We zijn met twee, heel veel hulp en Ozzy is er ook nog. Ozzy, dat hebben we toch ook al goed gedaan. Oke, het is een hondje. Maar een heel speciaal hondje. Hij luistert wel langs geen kanten. Maar dat doen we toch ook goed. Het zal zichzelf wel wat uitwijzen zeker.

Het komt allemaal wel goed.