Ik ben er niet trots op. Dit is niet de blog die ik wou schrijven. Ik heb getwijfeld om erover te schrijven en al helemaal om het te publiceren. Maar, eerlijk is eerlijk. Het is niet altijd picture perfect en dat moet ik ook durven toegeven.

Ik heb mijn dochter uit ons bed laten vallen

Het gebeurde vorige week donderdag. Mijn man was op zijn maandelijks uitje met de vrienden en ik was alleen thuis met Mona. Het was bijna bedtijd en ik had haar net wat opgefrist en haar pyjama aangedaan. Ik moest nog in onze slaapkamer zijn en nam haar mee. Ik legde haar op ons bed, een groot bed. Ik kietel haar, zij lacht. Ik ga mee op het bed liggen en we beginnen te spelen. We maken plezier, zij lacht heel hard. Omdat ze nogal enthousiast is over mijn bril, trekt ze die wel eens helemaal af of scheef. Ik kon amper nog zien door haar vingerafdrukken op mijn, ondertussen scheef getrokken, bril (lang leve lenzen. Had ik mijn lenzen maar in gehad). Ik besluit mijn bril even terug wat deftig te zetten wanneer ik haar zie vertrekken. In mijn ooghoek zie ik haar een duik nemen. Ik spring nog achterna maar ik ben te laat. Ik kan haar niet tegenhouden. De hond stond nét op de plek waar Mona terecht komt, hij breekt haar val. Dank je wel Ozzy.

Wat daarop volgt is pure paniek. Ze huilt. Oorverdovend. Maar ik ben blij dat ze huilt. Ik probeer haar te troosten. Ik geef haar tutje en ze legt haar hoofdje op mijn schouder. Mijn hart breekt in duizend stukken. Ik sta te trillen op mijn benen. Daar komt het schuldgevoel.

Ik moet mijn man bellen

Moeten we naar het ziekenhuis? Zou ze iets gebroken hebben? Draait ze weg? Ze had verdomme haar nek kunnen breken! Er gaat vanalles door mijn hoofd.

Mona kalmeert vrij snel. Ik zet haar even op haar speelmat om te zien hoe ze reageert. Ze neemt haar blokken en begint te spelen.

Oef

Ik maak intussen haar flesje klaar. Ze komt naar me toe gekropen. Ze drinkt haar flesje rustig leeg en vertelt een gans verhaal. Ik maak mijzelf wijs dat ze me vertelt wat voor een slechte moeder ik ben. Dat ik haar beter in de gaten had moeten houden. Dat ik misschien kussens op de grond had moeten leggen. Dat ik toch weet hoe snel ze is.

Sorry meisje. Sorry. Ik voel me verschrikkelijk.

Ik leg haar te slapen en ga nog 1.000 keer kijken of ze oke is. Of ze nog ademt. Wanneer mijn man thuis komt begin ik te huilen als een kind. Ik voel me rot. Een slechte moeder.
Mijn man troost me. Dat het hem ook had kunnen overkomen. Dat ze nog veel gaat vallen. Dat ze sterker is dan ik denk. Het helpt, een beetje. Ik zeg sorry tegen mijn man. Ik wou haar geen pijn doen.

Ik slaap die nacht slecht. Ik ga regelmatig kijken of ze oke is. En ’s morgens ben ik blij als ik haar hoor. Ze doet niet raar, gewoon zoals anders. Geen blauwe plekken, geen buil, nergens een gat, geen bloed. Ze lijkt het vergeten te zijn.

Mijn man brengt haar naar de crèche en ik dring erop aan dat hij daar melding maakt van haar val. “Zeg maar dat ik haar heb laten vallen. Dat ze haar wat extra in de gaten houden. Je weet maar nooit.”

Mona lijkt oké, mama stilaan ook. Al heb ik nog altijd moeite mijzelf te vergeven, laat staan het te vergeten. Dat beeld van haar val zal niet snel van mijn netvlies verdwijnen. Had ik maar…