Zoals jullie misschien hebben gemerkt is het de laatste week erg stil op de blog. Dat komt omdat mijn moeder een week geleden in het ziekenhuis is opgenomen. Een week van wanhoop en hoop. Mijn langste week ooit.

Sommige zaken moet je in familieverband bespreken en verwerken, niet op een blog of op social media. Ik was dus niet van plan te schrijven over wat er is gebeurd. Maar nu de situatie wat stabieler is, heb ik toch de nood om de gebeurtenissen van me af te schrijven. Ik heb de laatste dagen zoveel steun gehad van lezers en mensen die ik eigenlijk amper ken. Foto’s van kaarsen die branden, liever berichtjes, … En daar ben ik zo ontzettend dankbaar voor.

Hoe het begon

Over mijn mama (55 jaar) haar medische geschiedenis kan ik een boek schrijven. Een zware rugoperatie toen wij nog redelijk klein waren, een hersenbloeding ongeveer 6 jaar geleden. En een 13 jaar geleden onderging ze een bypass operatie. Die verliep niet helemaal zoals gehoopt. Sinds die dag sukkelt mijn moeder met haar gezondheid en heeft ze pijn bij het eten. De laatste maanden ging het ontzettend moeilijk en ze besloot opnieuw hulp te zoeken bij een chirurg die haar enkele jaren geleden ook had behandeld. Nee, niet meer diegene die haar destijds de bypass gaf. Omdat hij ook zag dat het echt niet meer goed ging, besloot hij vorige week maandag via een kijkoperatie de buik te bekijken, te zoeken naar oplossingen.

Ze zag het eigenlijk niet zo goed zitten. Een grote fan van operaties was ze niet en ze was bang dat ze iets zouden doen wat ze niet wilde. We overhaalden haar te gaan. Er moest immers iets gebeuren. Op maandagochtend stuurde ik haar een sms om haar veel succes te wensen. Ze stuurde me terug dat ze bang was, dat ze veel verdriet had en het gevoel had dat het langer dan 2 dagen zou duren. Ik belde haar, zei dat ze niet ongerust moest zijn, dat ze in goede handen was en ze morgen alweer thuis zou zijn.

Die avond belde ik haar opnieuw. Ze had ontzettend veel pijn. Ze wist niet juist wat ze gedaan hadden. De dokter zou ze pas de dag nadien zien. Op dinsdag belde ik haar in mijn auto onderweg naar het werk opnieuw. Ze kon niet lang praten, ze moest ophangen. Ze had teveel pijn. Mijn zus reed naar Diest, iets was er niet juist. De dokters maakten zich niet echt ongerust. Maar de pijn kregen ze niet onder controle. Rond de middag werd ze overgebracht naar de afdeling intensieve zorgen. Mijn jongste broer en ik brachten haar ’s avonds een bezoek. We moesten even wachten in de wachtzaal. Het ging niet goed. Ze had een bloeddruk val gehad, hele hoge hartslag. Gelukkig lag ze op dat moment reeds op intensieve, anders was het anders afgelopen zei de dokter ons.

Mama had pijn maar ze probeerde wel met ons te praten. Dat ik maar naar Mona moest gaan, dat ze niet graag had dat we haar daar zo zagen liggen. Ze was moe.

Het voelde niet juist aan. Ik besloot woensdag vrij te nemen om haar te gaan bezoeken in Diest. Ik zette Mona af aan de crèche toen mijn broer belde om te zeggen dat mama onderweg was naar het UZ Leuven, aan de beademing, orgaanfalen. Ik belde mijn man en hij kwam snel naar huis. Ook mijn broer verwittigde we op zijn werk. We vertrokken in paniek naar Leuven.

En toen ging het plots allemaal heel erg snel

Aangekomen in Leuven moesten we in de wachtzaal blijven. Het moet iets na de middag geweest zijn. De bezoekers van 14u verzamelden zich in de wachtzaal. Ze mochten allemaal naar de kamer. Behalve wij. Wij moesten wachten. Tot er een professor ons kwam halen en ons in een aparte gespreksruimte liet plaatsnemen. Mijn hart ging tekeer. Ik wist dat dit niet goed was.

De professor was zeer duidelijk. Mama was heel ernstig ziek. Vermoedelijk was er ergens een lek of een bloeding ontstaan. Haar lichaam was in een diepe shock. Ze was kritiek, in levensgevaar en de kans op overlijden was zeer reëel. Ze zouden eigenlijk moeten kunnen opereren, maar omdat ze zo zwak was was dat een enorm risico. De kans op overlijden tijdens een operatie was heel groot. De kans dat ze niets konden doen ook.

Ze hadden haar in een kunstmatige coma gebracht omdat ze teveel pijn had. Haar organen waren aan het falen. Alles hadden ze overgenomen, de nieren, longen, beademing, medicatie voor de bloeddruk, … Behalve de lever, daar bestaat gaan machine voor. Als die volledig zou stoppen konden ze niets doen.

We mochten haar even zien. Dat was kei hard.

De uren kropen voorbij. Toen we opnieuw in het kamertje werden geroepen, ditmaal met een vrouw in groene jas, wist ik dat ook dit geen goed nieuws zou zijn. Haar toestand bleef achteruit gaan. Ze moesten iets doen, anders was het een kwestie van uren. Haar bloedwaarden waren heel slecht, en de scan toonde serieuze infecties in de buik aan. Mama stond op de lijst voor een spoedoperatie, ondanks de risico’s.

Uren hebben we gewacht in angst. Tranen, ongeloof. Hoe waren wij hier terecht gekomen? Wat is er gebeurd? Hoe is dit kunnen gebeuren? Het kan toch zo niet eindigen. Mona moet een oma hebben. Mijn mama moet Mona zien opgroeien. Mama heeft nog 2 kinderen die ooit gaan trouwen. Er is een kleinzoon onderweg voor september. Ze heeft ons huis nog niet volledig ingericht gezien. Ze moet nog taart komen eten voor mijn verjaardag. Mona moet nog gedoopt worden. Waarom heb ik dat toch altijd zo uitgesteld? De doop was dit weekend voorzien (die gaat niet door). Mama wou dat zo graag en nu gaat ze het misschien niet meer meemaken.

Complete chaos en paniek in mijn hoofd. De “wat als” en “hadden we maar”-scenario’s bleven komen. Ik kon het niet stoppen. We zijn thuis met 4 + partners, we zochten steun bij elkaar. Onze familie en vrienden waren op de hoogte, ze deden wat ze konden maar eigenlijk wist niemand wat ze moesten zeggen. Zo absurd was de situatie.

Ik wachtte tot iemand mij zou wakker maken. Tot ik mijn ogen open deed, gewoon thuis in mijn bed. Vloekend op een vogel die mij weer had wakker gefloten. Maar dat gebeurde niet. Angstvallig hield ik mijn gsm vast, wachtend op een telefoontje dat ik eigenlijk niet wilde krijgen.

Een oproep van een anoniem nummer, de chirurg. Mama had de operatie overleefd. Ze waren niet echt in de problemen gekomen. De komende 72u zouden cruciaal worden, er zouden nog operaties moeten volgen. Maar hij ging er voor gaan. “Met een beetje hulp van hierboven en een mirakel haalt ze het” sloot hij af.

Wat volgde waren dagen van paniek, droefheid en veel vragen. Angst elke keer die telefoon gaat, angst om haar te verliezen.

We reden zelfs naar Scherpenheuvel om kaarsen te graan branden. Dat terwijl ik eigenlijk niet eens gelovig ben, denk ik. Dacht ik. Maar op zulke momenten zoek je een houvast, hoop.

We zijn nu een week verder. Mama werd ondertussen 4x opnieuw geopereerd sinds de spoedoperatie. Ze ligt nog steeds in een kunstmatige coma en krijgt nog altijd veel ondersteuning met medicatie en machines.

Maar er is hoop.

Haar bloedwaarden verbeteren elke dag. Haar lever lijkt zich te herpakken. Haar gezicht heeft opnieuw een mooiere kleur. Ze is nog steeds kritiek en ernstig ziek, maar niet meer in acuut levensgevaar. Al zijn de dokters daarin heel voorzichtig. Ze is zo kwetsbaar dat er niet veel nodig is om opnieuw de andere kant uit te gaan. En in die richting hebben we weinig marge.

Maar op dit moment gaat het de goede kant uit. Zelfs in die mate dat ze haar in de loop van de week zouden proberen wakker te maken. En dat is ook bang afwachten. Hoe gaat ze reageren, wat heeft ze hieraan overgehouden? Het gaat een lange, zware weg worden. Maar er is een weg. Een weg waar niemand vorige week woensdag nog op hoopte.

Sterke vrouw, die moeder van ons.

PS: Bel nu maar snel even je mama om te zeggen dat je haar graag ziet. En geef ze de volgende keer je haar ziet maar een dikke knuffel.

Bedankt

Ik zou graag mijn broers Jonas en Pieter, mijn zus Evelien en hun partners willen bedanken. We zijn allen zeer verschillend. Kunnen niet altijd met elkaar, maar nooit zonder elkaar. We zijn een steun en een houvast voor elkaar. En op momenten als deze weet je hoe belangrijk het is om er voor elkaar te zijn. We begrijpen elkaar als het even moeilijk is of we een slechte dag hebben.

Mijn man, mijn steun en toeverlaat, rots in de branding, houvast.

Onze dochter Mona. Mijn zonnestraal doorheen de donkere wolken. Zonder dat ze het beseft een grote steun. Zij slaagt er altijd in om mij te laten lachen.

Mijn lieve schoonouders, om voor Mona te zorgen toen wij uren in het ziekenhuis waren.

Familie, vrienden, kennissen en onbekenden. Dank voor jullie berichtjes, kaarsen, klavertjes en vele hartjes.